Insturen in gebufferde formaldehyde 4%.
Klinische informatie:
- In de order en op potje vermelden alopeciaprotocol of haarprotocol
- Differentiaal diagnose/vraagstelling
Bij alopeciavraagstellingen worden 2 biopten beoordeeld:
- 1 voor transversale en
- 1 voor verticale doorsneden.
Dit geldt met name voor de niet-cicatriciële alopecieën.
Voor cicatriciële varianten zijn de transversale doorsneden minder belangrijk,
en als niet-cicatricieel níet in de klinische DD staat, kan worden overwogen
om slechts 1 biopt in te sturen.
Werkwijze
• Dermatoloog neemt 2 biopten af, eentje voor normale verticale coupes (3-4 mm), en eentje voor transversale coupes, deze moet 4 mm zijn.
• Biopteren in de richting van de haren, dit is meestal schuin op de hoofdhuid.
• Diep biopteren, subcutis meenemen en waken voor verknijping.
• Beide biopten inleveren met 1 aanvraagformulier of onder 1 order(nummer).
• Biopten in formalinepotje doen (samen in 1 potje of 2 verschillende potjes).
• Bij klinische gegevens schrijven “ALOPECIA-PROTOCOL”.
Opmerkingen
Bij het alopeciaprotocol moet ten minste 1 van de biopten ≥ 4 mm zijn.
Als het biopt < 4 mm is en zijn er te weinig haren voor een betrouwbare telling
dan heeft het onderzoek in feite weinig zin. Indien er maar 1 biopt wordt aangeleverd, wordt deze niet volgens alopeciaprotocol bewerkt.