Algemeen

Obducties worden alleen uitgevoerd indien er een medische indicatie is voor nader onderzoek
naar de doodsoorzaak of onderliggende aandoeningen.

Obducties worden in de regel gedaan op werkdagen en niet in het weekend. Indien de aanvraag
op vrijdagmiddag na 13:30 uur binnenkomt, zal de obductie op maandagochtend plaatsvinden.

Voor het aanvragen van een obductie in het weekend hoeft geen contact opgenomen te worden
met een patholoog.

Aanvragen voor obducties dienen door een arts aangemeld te worden middels een aanvraagformulier.
Alleen een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier wordt in behandeling genomen.
Dit formulier kunt u mailen naar:  info@pathan.nl

Daarnaast dienen deze formulieren ook bij het lichaam aanwezig te zijn.

Voor logistieke vragen omtrent dit type onderzoek kunt u contact opnemen met Cura Mortu Orum, (CMO: coördinatie obducties/speciale diensten CMO): 085-0496989.

    • Checklist bij obductie-aanvraag

      Alvorens een obductie aangevraagd wordt, moeten een aantal zaken worden geverifieerd:

      1. Is er sprake van een natuurlijke dood?

      Natuurlijk overlijden is niet bij de wet gedefinieerd, maar een bruikbare omschrijving is overlijden,
      uitsluitend ten gevolge van een spontane ziekte of ouderdom. Indien een persoon overlijdt t.g.v. een ziekte
      die niet spontaan is opgelopen (b.v. infectie opgelopen op een bloemenveiling, hartinfarct ontstaan
      aansluitend aan een ruzie) of voortvloeit uit een trauma (b.v. collumfractuur) of vergiftiging,
      is er sprake van een niet-natuurlijke dood.

      Er is slechts één uitzondering op het spontane karakter van overlijden en dat is indien het overlijden
      volgt na complicaties van zich lege artis medisch handelen.

      Bij verdenking op een niet-natuurlijke dood dient een (behandelend) arts onmiddellijk de
      gemeentelijk lijkschouwer (forensisch geneeskundige) te waarschuwen
      (Forensische Artsen Rotterdam Rijnmond – FARR 010-244 71 82).

      Indien zulk een vermoeden eerst tijdens de sectie ontstaat, dient de sectie te worden stilgelegd
      en zal de patholoog de clinicus waarschuwen, waarmee overlegd moet worden hoe verder te gaan.

      1. Indien geen natuurlijke dood: is het lichaam vrijgegeven door de officier van justitie?

      Een lichaam kan pas worden vrijgegeven nadat het in beslag is genomen. Op grond van lokale
      afspraken tussen de forensisch geneeskundige en het Openbaar Ministerie kan het zijn dat de forensisch
      geneeskundige bevoegd is bepaalde gevallen van niet-natuurlijk overlijden af te handelen zonder
      tussenkomst van politie of justitie (b.v. een collumfractuur).

      Indien een lichaam is vrijgegeven is het verstandig dit per mail te laten bevestigen door de (dienstdoende)
      officier van justitie. (Beter is de vraag als volgt te formuleren: indien geen natuurlijke dood: is het lichaam
      nog in beslaggenomen door de officier van justitie?)

      In de praktijk blijkt dat een forensisch geneeskundige niet steeds bereid is om een lichaam te schouwen.
      Wanneer de aanvragend arts dit duidelijk op het sectie aanvraagformulier vermeld heeft, is het gewettigd
      de sectie aan te vangen.

      1. Is er toestemming van de familie voor lichaamsobductie?

      Uitsluitend indien er toestemming is van de wettelijke vertegenwoordiger van de overledene kan een
      lichaamsobductie plaatsvinden. Indien de familie geen consensus kan bereiken, is het verstandig om
      de sectie niet te laten plaats vinden.

      Indien (bij de arts) geen familie bekend is en de arts toch graag een sectie wil, is het mogelijk dat
      bijvoorbeeld de burgemeester toestemming geeft voor een sectie. In de praktijk is enkele malen gebleken
      dat geruime tijd na het overlijden alsnog nabestaanden door de politie zijn gevonden en dat het feit dat
      dan zonder toestemming een sectie is verricht aanleiding kan zijn tot het (dreigen van) indienen van schadeclaims.

      1. Is er een indicatie voor een schedelobductie?

      Een schedelsectie kan niet altijd onzichtbaar geschieden (b.v. wanneer de patiënt weinig hoofdhaar heeft). Ziekelijke afwijkingen aan de hersenen komen zelden voor zonder dat bij leven reeds neurologische afwijkingen zijn gebleken. Daarnaast kan optimaal neuropathologisch onderzoek slechts plaatsvinden indien de hersenen
      circa 2 weken zijn gefixeerd. Deze argumenten maken het niet zinvol om routinematig een schedelobductie te verrichten.

      1. Is er toestemming van de familie voor een schedelobductie?

      Samenhangend met vraag 4 en de recente maatschappelijke onrust omtrent het bewaren van lijkdelen na een sectie,
      dient de familie nadrukkelijk toestemming te verlenen voor het verrichten van een schedelobductie, waarbij de patholoog ervan uitgaat dat de behandelend arts de familie goed heeft voorgelicht over wat daar onder verstaan wordt.

    • HIV, Hepatitis C, Creutzfeldt-Jacob

      Indien er sprake is van besmettelijke ziekte of verdenkingen hierop (HIV, Hepatitis C, Creutzfeldt-Jacob) wordt
      de obductie niet door Pathan-pathologen verricht.
      Obducties betreffende overledenen met Creutzfeldt-Jacob worden uitbesteed aan de afdeling Pathologie van
      het UMC Utrecht. De aanvraag hiervoor verloopt echter wel via Pathan volgens het “Beleid infectie preventie” van Pathan.
      Obducties betreffende overledenen met HIV of Hepatitis C worden uitbesteed aan het EMC, accreditatie M 011.

      Voor vragen hieromtrent kan men zich wenden tot de coördinator Logistiek via het algemene nummer van Pathan:
      010-461 6661.

      Buiten openingstijden is een patholoog bereikbaar via de telefooncentrale van het Franciscus Gasthuis: 010-4616161

    • Bijlages